vrijdag 1 januari 2016

Balthazar - Thin Walls

REVIEW: BALTHAZAR - THIN WALLS

Best merkwaardig, het pad dat het Belgische Balthazar bewandelde om het tot bona fide headliner te schoppen. Op het debuut Applause was Balthazar nog zoekende naar eigen identiteit, weliswaar met een gedragen anthem van het kaliber Fifteen Floors op zak. Met tweede album Rats introduceerde de band spaarzaam gedoseerde arthouse-pop, uitgevoerd met onberispelijk oog voor detail. Totaal niet het soort muziek waarmee je bijvoorbeeld de Alpha-tent op Lowlands voltrekt. En tóch gebeurde precies dat. Op het derde albumThin Walls vormt de blauwdruk van Rats het fundament voor verrassende, doch vertrouwd aanvoelende klanken.
Na het beluisteren van Thin Walls is het misschien verleidelijk: zegepralend "Dit is hét meesterwerk van Balthazar" en dergelijke loftoeters uit de kast halen. De band zelf houdt het in eerste instantie wat cryptischer, zoals op bloedmooie eerste single Then What: "What if the eyes that draw you in, don't reveal anything?" Het is Balthazar zelf dus om het even. De enige toeters waar Maarten Devoldere en Jinte Deprez baat bij hebben zijn de blazers die kraakhelder in de mix geschoven worden.
Beiden het type muzikant-slash-producer dat oneindig kan kicken op de droge kickdrumsound, de akoestiek waarin een strijkersensemble maximaal kan worden uitgelicht of de incidentele aanraking van een xylofoon of triangel tussen de sporadische leegtes door. Obsessief? Arty farty? Wellicht een klein beetje. Zodra het totaalplaatje klopt is de voldoening echter groots, net zoals we de leden van Balthazar blijmoedig "wooh!" horen roepen tijdens het nummer Last Call: schemert daar toch iets van de band’s eigen genoegzaamheid door? Het zou meer dan terecht zijn.
Last Call is meteen een mooi voorbeeld waarom Balthazar zo'n verschrikkelijk goede band is geworden. Zelfs de megasterren in de popmuziek kunnen blijkbaar een melodie of riff schaamteloos jatten en daarvan de dupe worden. Gelukkig heeft Balthazar op Rats inmiddels een zodanig authentiek geluid weten te vangen dat ze nu de handen vrij hebben om invloeden van buitenaf door te filteren.
Zo horen we hier vaag de ronddolende geest van Lou Reed’s All Tomorrow's Parties; desalniettemin is Last Call net zo goed een onmiskenbaar Balthazar-liedje. Op Nightclub komt de band komt er zelfs mee weg de riff van Depeche Mode's Personal Jesus te verdraaien tot iets eigenzinnigs. Onder die bescheidenheid zijn het stijlvolle jongens met gladde babbel, het producersduo Devoldere en Deprez. Vergis je niet. Alles aan deze plaat ademt innuendo; zo doen de fraaie, bedwelmende strijkers op Dirty Love de schunnige titel pardoes vergeten.
Balthazars minutieuze werkwijze voelt bijna irrelevant, doordat ze steeds de illusie scheppen een song achteloos uit de mouw te schudden, nogmaals onderstreept door de lome praatzang van Devoldere. Het zou vergelijkbare irritatie als bij Iceage moeten opwekken, ware het niet dat de muziek zo verdomd knap in elkaar steekt. Then What vormt al een vroeg op Thin Walls een euforische piek, compleet met killer strijkersmelodie: licht vals, rudimentair en zeurderig. Doelbewust ook: als het te 'mooi' klinkt oogt het al gauw megalomaan en daar zul je de Belgen niet op betrappen.
Balthazar heeft dan wel een pot goud gevonden met het geraffineerde geluid van Rats, nog altijd blijft het liedjes schrijven an sich vol in de ontwikkeling. Wait Any Longer had zo uit de pen van Beck kunnen komen ten tijde van Mutations, waarin de Amerikaan de scheidslijn tussen 'pastiche' en 'ode' knap vervaagt. Daar slaagt Balthazar net zo makkelijk in. I Looked For You is in feite een rock-'n-rollnugget van de Buddy Holly-school, waarbij Balthazar diens bluf vertaalt tot pure begeerte.
Het is ironisch, maar juist door Balthazar’s vermogen absoluut lak te hebben aan het cool willen zijn is Thin Walls zo’n coole plaat geworden. Daarmee biedt Balthazar noodzakelijk een heerlijk tegenwicht voor bands die met opgeblazen popproducties geforceerd boven het maaiveld uit proberen te steken. Dit is een band die tijdens het luisteren verrekte eenvoudig precies de juiste knopjes weet in te drukken. Om vervolgens heel nonchalant de schouders op te halen, wetende dat zolang de muren dun genoeg zijn om de loftoeters te horen blèren, je het beste genoegzaam kunt zwijgen.
Thin Walls (PIAS) is vanaf vandaag verkrijgbaar. Op 13 mei geeft Balthazar een exclusieve clubshow in de Melkweg. Hier kun je tickets verkrijgen.

Review Liturgy - The Ark Work

REVIEW: LITURGY - THE ARK WORK

"Top tier faggotry", "pretentious twat" , "smug hipster asshole"Liturgy-frontman Hunter Hunt-Hendrix krijgt doorgaans nogal wat lasterlijke leuzen naar het hoofd gesmeten. Zijn manifest Transcendental Black Metal: A Vision Of Apocalyptic Humanism schoot bij blackmetal-puristen niet zo zuinig door het verkeerde keelgat, nu staan zij chargerend met fakkels en hooivorken achter de poorten. "Culture ought to be war", zo stelt Hunt-Hendrix pragmatisch in een interview met Pitchfork. Het nieuwste Liturgy-album The Ark Work wijkt echter nog verder van algemene waardeoordelen van de haters. Wat ons betreft verdwijnt Liturgy met dit nieuwste wapenfeit voorgoed uit het vertroebelde vaarwater van black metal, richting open zee.
Ondanks alle ophef schaart Hunt-Hendrix zijn band nog altijd koppig onder die zelfbedachte term: transcendental black metal. Overstijgende, vernieuwende muziek die tegelijkertijd dezelfde fundamentele geesteskracht van black metal aanwendt. Kan dat überhaupt wel allebei? Of moet Liturgy uiteindelijk toch een kant kiezen?
Je zou kunnen stellen dat Hunt-Hendrix bewust de trol uithangt door continu verbanden te leggen met die pittige black metal-esoterie. Is hij stiekem een beetje trots dat Liturgy zo polariserend is en daarbij het 'hipster posers uit Brooklyn'-stigma blijft behouden? Hunt-Hendrix oogt in ieder geval niet als iemand die je gauw betrapt met Murakami in de linkerhand en selfie-stick in de rechter. Noch staat hij met zijn bandleden op het podium met oogly zwart-witte make-up en hoge kisten. Liturgy is op zijn minst geen band die slechts provoceert om te kunnen provoceren. Black metal draait voor Hunt-Hendrix niet zozeer om het nihilisme, maar naar eigen zeggen om "hoop, eerlijkheid en afscheiding" (sic).
Misschien juist verstandig om al die achterhaalde stereotypen in de prullenbak te gooien. The Ark Work is muzikaaltechnisch gezien namelijk zo goed als onmogelijk te classificeren. Single Quetzalcoatl brengt een overweldigende stormvloed aan geluiden samen: aanhoudende EDM-kickdrum, zompige subbassen, glitchy electronica, spiralende gitaartremolo-gekte, monotone shamanenzang. Een complete mindfuck.
De meer metal-georienteerde schreeuwvocalen op voorgaande Liturgy-elpees zijn nergens meer te bekennen. Deze muziek toont meer raakvlakken met Swans, 65daysofstatic en Lightning Bolt, bands die door middel van abstracte, bevreemdende composities steeds weer die nieuwe overtreffende trap durven te beklimmen. Nog een veelgemaakte vergelijking is Deafheaven, de zielsverwant uit San Francisco die in 2013 het meesterwerk Sunbatherafleverde.
Zo goed en intens als dat album is The Ark Work helaas niet, al zit het devies van Liturgy wel op een dezelfde lijn. Dubbele kickdrumsalvo's, cookiemonster-impressies en meedogenloze gitaarriffs zijn ook op deze plaat geen must om ontembare natuurkrachten uit te beelden. Kel Valhaal wekt op verrassend subtiele wijze de illusie van een rijzende kilometershoge vloedgolf, door middel van herhalende machinegeweer-breaks, glockenspiel en midi-blazers de epische climax steeds weer oprekkend.
Hoewel The Ark Work qua originaliteit een hoofdprijs verdient, kan het luisteren vaker wel dan niet voelen alsof je een gigantisch smörgåsbord voorgeschoteld krijgt. Je kent het gevoel wel, dat je op het Netflix-menu oeverloos doorscrollt langs de titels, om vervolgens helemaal niets te kiezen. Dat apathische gevoel heerst ook op The Ark Work. Het zou best eens kunnen dat Hunt-Hendrix' lome sprechgesang dat gevoel ook aansterkt.
De sporadische rustpunten, zoals de orgelintro van Follow II en het instrumentale Haelegen, lijken eerder noodgedwongen dan noodzakelijk. Bijna alsof Liturgy uit zelfbehoeding de noodrem intrapt, om niet zelfdestructief a la Thelma & Louise het ravijn in te vliegen. Gelukkig voelen niet alle rustpunten zo geforceerd. Geen hoge pieken zonder diepe dalen, zeggen ze weleens. Goede muziek teert eerder op sterke contrasten dan harmonieuze eenvoud, en dat lijkt precies het streven van Liturgy te zijn.
De synth-intro van het elf minuten-durende sleutelnummer Reign Array klinkt contemplatief: alsof de irreële gedachte dat je daadwerkelijk de zwaartekracht kunt tarten eventjes bovendrijft. Vervolgens neemt Liturgy een lange aanloop in de vorm van een episch postrocksegment, gedreven door de hypersnelle burst beats van drummer Greg Fox. Dan de sprong. Éven geloof je het: de armen spreidend, al duurt het slechts een seconde. Doedelzakken worden meestal geassocieerd met rouw en soelaas, maar op Reign Array klinken ze juist triomfantelijk. Dit is transcendental black metal zoals je het had voorgesteld: het durven ontstijgen boven alle logica. Bij Reign Array komt die veelvoud aan elementen - wonderbaarlijk genoeg - ten goede. Het zou niet moeten kloppen, maar toch klopt het wél.
Dramatiek en pathos even terzijde: The Ark Work is verre van een briljant geheel. Noem het eerder een onbevreesde leap of faith naar nieuwe contreien, onachtzaam jegens de blackmetalpurist - of wie dan ook - die Hunt-Hendrix en de zijnen voor pretentieus, zelfingenomen of compleet mesjogge verklaart. De eerste persoon die claimde dat de aarde rond was, kreeg waarschijnlijk soortgelijke tegenstreving.
Treffend dat Liturgy met de albumtitel dus refereert naar het Ark van Noach, een scheppingsverhaal dat binnen zo'n beetje alle godsdiensten in verschillende vormen terugkeert. Met die wetenschap in het achterhoofd, oogt het muggenziften over transcendental black metal vs. 'traditionele' black metal en wat dan nog des te kleinzieliger. In Amerika hebben ze daar een mooie lijfspreuk op gevonden: whatever floats your boat.
Beluister The Ark Work (Thrill Jockey) hieronder via Spotify. Op 15 Juni staat Liturgy in OCCII, Amsterdam.