donderdag 20 december 2012

Herrek herbergt jeugdherinneringen uit Papua: “Je had altijd een uitzonderingspositie”


Herrek

(Interview: Jasper)
Herrek herbergt jeugdherinneringen uit Papua: “Je had altijd een uitzonderingspositie”

Bron: File Under



Herrek is het pseudoniem van Gerrit van der Scheer (Bonne Aparte, Adept, LUIK) - het is de Indonesische uitspraak van zijn Nederlandse voornaam. Een muzikaal geesteskind dat Van der Scheer pakweg in 2008 begon, maar pas vier jaar later komt bovendrijven met een volwaardige full-length getiteld Watku Dulu. Een album dat net als Gerrits vorige projecten moeilijk te plaatsen is - je hoort hem dan ook niet snel andere muzikanten of bands noemen als referentie. Een muzikant die driftig blijft creëren, puur vanuit eigen intuïtie en gevoel, maar altijd binnen een bepaald kader. Waktu Dulu illustreert Gerrits jeugd als zoon van een predikant in een klein afgelegen dorpje op het eiland Papua, herinneringen die als een soort bubbel in zijn psyche wezenlijk zijn gebleven.
Je begon in 2008 al met Herrek. Wat is de reden waarom je pas vier jaar later met een nieuw album komt?
Gerrit: ‘Toen het in 2008 een beetje naar voren kwam, had ik namelijk al een album klaar liggen. Dat was niet Waktu Dulu - dat komend jaar uitkomt - maar een ander album. In het begin had ik altijd zodanig gewerkt dat ik demo's maakte, die ik vervolgens ging instuderen. En vervolgens met een band ging opnemen op cd. Ik wilde dat een keer anders doen: die hele plaat zelf afmaken, zonder dat iemand zich er nog mee bemoeide. Behalve ikzelf en iemand die het mee opnam. Het eindresultaat, dat kon vervolgens alles voorstellen, zonder dat ik mij hield aan een bepaalde bandbezetting. Omdat het puur vanuit creatie kwam, zonder de beperkingen van een band. En dan wilde ik dat vervolgens met een band gaan spelen.’
‘Het eerste gedeelte van dat plan ging goed. Die plaat was heel tof geworden. Vervolgens gingen we repeteren met een band. Dat liep wat stroever dan ik had gehoopt. Ook omdat het allemaal nieuwe mensen waren. Daardoor vond ik niet echt een klik binnen die band, waardoor er veel mensen weer vertrokken en erbij kwamen. Eigenlijk kwam het nooit tot het punt waar je écht goed live kon spelen, die plaat echt naar voren kon bréngen wat dat betreft. Toen heb ik besloten van “okay, ik wil eerst op zoek naar een goede band.”. Toen dat lukte was ik inmiddels al een klein beetje klaar met het materiaal dat ik had opgenomen. Dan ga ik liever verder met materiaal wat voor mijzelf nog actueel is, waar ik zelf nog enthousiast van word. Dat heeft allemaal veel tijd gekost natuurlijk, vandaar. Inmiddels ben ik dus met een nieuwe band verder gegaan met deze nieuwe liedjes. Nu is het album klaar.
Het materiaal dat je over had, is dat nog ergens uitgebracht? Via een release op jouw label Samling misschien?
‘Nee, daar is tot op heden niets mee gebeurd, Het is een plaat die ik mooi vind en die af is. Die heb ik gewoon liggen. Op dit moment zie geen goede weg om het te brengen. Misschien dat dit later nog komt, nu is het een ding dat in de kast ligt.’
Zijn er wel raakvlakken tussen de ‘oude’ Herrek en de ‘nieuwe’ Herrek?
‘Voor mij is Herrek meer een manier van werken. Heel lang geleden in 2008 had ik een plaat met Bonne Aparte gemaakt. Dat was heel duidelijk vanuit een bepaald concept gedaan. Bonne Aparte is voor mij alleen het hardste wat ik kan maken. Alleen wat mij frustreert mogen de onderwerpen zijn. Op die manier best wel gekaderd zeg maar. Herrek is ook een synoniem van mijn naam. Vandaar dat het voor mij op een bredere manier staat voor wat ik mooi vind, met meer ruimte voor nuances, verschillende perspectieven. De ene plaat zou dus heel veel van de andere kunnen verschillen. Toch zoek ik zelf wel altijd naar een bepaalde cohesie.’
Met Herrek staat jouw jeugd in Indonesië momenteel centraal?
Nee…wel voor Waktu Dulu, maar die vorige plaat, die ging daar helemaal niet over.
Herrek is wel de uitspraak van jouw naam in Indonesië, vandaar dat ik me afvroeg of het altijd een centraal thema is in dit project.
‘Ja klopt, in dit geval komt de naam heel dichtbij. En de titel, het onderwerp van de plaat.’
Wat betekent Waktu Dulu eigenlijk?
‘Het is Indonesisch voor "vroeger".’
Waarom ben je in Indonesië, en in het specifiek, Papua beland?
“Mijn vader is een predikant. Voor zendingswerk vertrok hij naar Indonesië, hij nam het hele gezin mee. Het is een klein dorpje waar hij werkte, alleen maar te bereiken via de rivier, waar je ook met een watervliegtuig op kon landen. Dat was ook echt de enige manier om daar te komen.”
Een bijzondere omgeving voor een kind om op de groeien. Hoeveel kun jij je nog herinneren? Of hebben je ouders veel naverteld? 
“Ik kan me juist écht dingen herinneren. Dat is ook waarom ik dit als thema heb bedacht om Waktu Dulu op te nemen. Ik vind het hele bijzondere herinneringen, omdat ik ze heb opgedaan toen ik héél jong was. Toen keek je nog naar de wereld op een hele kinderlijke wijze, zonder oordelen. Op een pure, nieuwsgierige manier, maar gewoon alleen maar dingen in je opnemen. Als ik in Nederland had gewoond dan was ik deze herinneringen van die periode in mijn leven waarschijnlijk allang kwijt. Of in elk geval overgeschreven door nieuwe herinneringen die ik daar aan kon koppelen, totdat ik er uiteindelijk waardeoordelen aan ging plakken. Maar nu is het gewoon omdat het zo'n totáál andere wereld is dan hier. Het is een geïsoleerde herinnering die gewoon blijft bestaan als een soort blokje in mijn hersenen. Dat vond ik een heel mooi gegeven. Daarom wilde ik daar graag wat liedjes over maken.”
Omdat die herinneringen zo wezenlijk zijn, merk je dat het infantiele gedeelte ook een beetje dichtbij je blijft?
‘Wel in hoe je daar over nadenkt. Je herinnert je bepaalde dingen, en soms kom je er - nadat je het al héél lang weet - van hé, dat ging toch altijd zo, en zo? En nu denk ik weleens van, ‘was dat niet vreemd?”, “had dat niet anders gekund?” Daar ga je erover nadenken. Toen was het gewoon zo, en stelde je niet zoveel vragen.’
In je eerste negen levensjaren leer je meer, en ontwikkel jij je mentaal en fysiek sneller dan in welke periode dan ook. Hoe ging je bijvoorbeeld om met leeftijdsgenoten?
‘Ja, ik kan er wel dingen van herinneren ja. Wij waren het enige blanke gezin daar in het dorpje, Je had altijd een uitzonderingspositie. Op een rare manier kan dat voor je werken, of heel erg tegen je. Wij waren eigenlijk volstrekt afhankelijk van hen, want zij konden jagen en aan de grondstoffen komen om van te leven. Mijn ouders, die bakten er natuurlijk niks van. Wij waren dus ergens heel afhankelijk van hen, maar dat werd vaak andersom gevoeld. In hun ogen had mijn vader heel veel geld, had heel veel initiatieven: hij nam een soort leidersrol op zich binnen het dorp. De ene keer wilde juist iedereen met je spelen omdat je schoenen aan kon doen, en dat we met schoenen aan konden voetballen. De volgende keer mochten ze niet met blanke kinderen te spelen omdat als je anders ‘besmet’ zou raken. Dus het kan van twee kanten tegen elkaar op werken. Dat klinkt misschien een beetje dramatisch, ik heb dat nooit als zodanig ervaren. Pas later ben ik gaan nadenken over die uitzonderingspositie. Op dat moment was dat gewoon mijn rol binnen het dorpje.’
Tegenwoordig zie je kinderen moeiteloos omgaan met iPads, telefoons en andere gadgets. Leerde jij sneller aan te passen aan de leefwijze en activiteiten van de bevolking dan bijvoorbeeld je ouders?
‘Misschien ergens wel. Ik vind dat moeilijk om te zeggen, omdat je als kind spelenderwijs al heel erg bezig bent met dat soort dingen. Wat ik me het meest kan herinneren was, wat wij het vaakst deden was: of we gingen kogeltjes maken met klei, om vervolgens met een katapult de hele dag vogeltjes te gaan schieten. En wat we schoten, dat namen we mee, gooiden we thuis op het vuur om later op te eten (lacht). Of we zwommen in de rivier, dan hadden wij duikbrillen op. We maakten van breinaalden, elastiekjes een soort harpoen om rivierkreeften mee te vangen. Het gebeurde heel vaak spelenderwijs. Soms ging je het oerwoud in op zoek naar bepaalde vrucht die een hele sterke rode kleurstof had, waarmee je jezelf helemaal rood kon verven. Er was elke dag gewoon een soort van plan, heel vaak gerelateerd aan natuur, dieren of jagen.’
In een ander interview vertelde je over het leren omgaan met de natuur de omgeving. Is dat een esoterische leer, of meer een natuurlijke leefwijze in het dorp? 
(denkpauze) Kijk, die mensen die daar wonen, zitten daar al generaties lang. Ze zijn helemaal vergroeid met hun omgeving en onvoorwaardelijk daarmee verbonden. De Indonesische regering had op een gegeven moment bedacht dat Papua een beetje achterliep. Het moest zich daar sneller ontwikkelen. Dus wat dachten ze, ze leven nu van de jacht. Volgende stap: vee houden. Dus werden er koeien gedropt in het dorpje en gezegd: "Jullie mogen ze niet doodschieten, want dan krijgen jullie op je kop van de regering.”
Dit met de hoop dat ze gemolken werden of iets anders. Maar dat gebeurde dus niet. Dus die koeien die lopen een beetje rond, schijten het hele dorp onder en vreten de groenten op. De bewoners durfden ze niet af te maken, dus werd er geprobeerd ze maar te verjagen naar het oerwoud. Je kunt zoiets niet opleggen. Die mensen zaten heel erg in een bepaalde fase: het oerwoud bood ze al voedselbronnen en ze wisten al hoe ze dat heel efficiënt konden verzamelen. Ze wisten al wanneer het de juiste tijd was om te jagen, of om vruchten te gaan zoeken. Dat soort dingen wisten ze allemaal. Maar veehouderij, dat snapten ze niet.'
Wat heeft bij jou persoonlijk veel indruk achtergelaten?
‘Als je daar ook woont, besef je hoe ontzettend veel je juist leert van de bewoners. Hoe geduldig de samenleving daar was, hoe onvoorwaardelijk ze voor elkaar gingen binnen her dorp. Er was een inwoonster, die was een beetje gek. Ze had ook weinig familie - een kind - maar daar moest zij eigenhandig voor zorgen. Zelf was ze waarschijnlijk een beetje geestelijk gehandicapt. Niemand had echt een band met haar, want ze was gewoon "gek" eigenlijk. En toch, als je aan haar kwam, dan kwam je aan het dorp. Ze zouden haar nooit laten verhongeren. Onvoorwaardelijk wordt er voor elkaar gezorgd, dat was mooi om te zien.’
Na zeven jaar kom je terug naar Nederland, was dat een cultuurshock voor je? Je ervaart voor het eerst de Nederlandse cultuur in zijn hoeveelheid. 
‘Ja klopt, maar mijn broer en mijn zus hebben die grote schok meer gevoeld. Ze wisten minder goed wat ze er mee aan moesten. Met mij, ook dat heb ik meer beleefd als iets gewoons. Ik wist dat we terug naar Nederland gingen, we waren ook al eens een keer op verlof geweest tussendoor. Details worden dan wat belangrijker. Voor mij was het gewoon een gegeven. Ik heb me er verder niet zo druk over gemaakt. Wat ik er bijvoorbeeld heel tof aan vond: in Indonesië, als je dan al auto's tegenkwam, waren het van die busjes, of jeeps. Die lage auto's in Nederland vond ik heel vet! ‘
Was het bijvoorbeeld moeilijk om je aan te passen op school?
‘Ik vond het raar dat in Nederland je hele leven bestond uit naar school gaan. De hele dag school, je hield geen tijd over om iets leuks te doen. In Indonesië kreeg ik van mijn moeder les: van zeven tot elf 's ochtends had ik les, en daarna vrij. Ik denk dat ik als kind altijd opvatte als een nieuwe situatie. Nu ik vooral bezig ben met het maken van muziek, bevind ik me heel erg in de "culturele sector" waarbij je weet krijgt van subculturen, genres, niches en weet ik veel wat. Als ik in Indonesië was blijven wonen, dan zou ik nooit echt een Indonesiër zijn geweest.’
Voel jij je weleens een allochtoon in Nederland?
'Ik voel me gewoon een Nederlander. Maar voor mij is het niet zo moeilijk om verder te kijken dan een landgrens. Om verder te kijken dan wat nu om me heen zie. Ik weet dat er veel andere manieren van leven bestaan."
Het debuutalbum van Herrek Waktu Dulu komt op 15 februari uit bij Snowstar Records. Op 11 januari staat de band op Eurosonic.

zondag 28 oktober 2012

Interview Efterklang

A brief article I did on Danish group Efterklang. I interviewed vocalist Casper Clausen about the creative process surrounding their latest LP Piramida.

Interview Rachel Sermanni

I spoke to Scottish singer-songwriter  Rachel Sermanni about bus rides, foxes and stuff.


vrijdag 14 september 2012

donderdag 30 augustus 2012

dinsdag 3 juli 2012

Interview: We Are Augustines

I did an in-depth interview with Brooklyn-based trio We Are Augustines. The band spoke candidly about visiting the Mexican city of Juarez among other things.

donderdag 21 juni 2012

Interview: Shearwater

I spoke to Shearwater's Jonathan Meiburg about overcoming addiction, the place where he wants his ashes scattered and the unusual abilities of octopuses. Read all about it here.

dinsdag 19 juni 2012

The modern music consumer: stuck in the cash cube?

I just finished watching this fantastic Pitchfork-classic film about Modest Mouse's incredible album The Lonesome Crowded West and once again, it struck a chord that's been resonating within me for awhile now. It was about nine years ago when I first heard Modest Mouse, all thanks to an active poster at one of the message boards I visited frequently. This young kid - even younger than I was at the time - who went by the handle NachoChez.  Previously, he managed to get me hooked on bands like Shellac, Mission Of Burma, Slint, Brian Jonestown Massacre, Refused and The Minutemen. Whatever it was NachoChez recommended, it was usually a pretty safe bet. He even introduced me to the band that would eventually change my entire life: The Flaming Lips. Before I digress: I was immediately drawn to Modest Mouse's unique combination of raw primal energy and poignant beauty, which seem to be at perpetual odds with one another. Apart from Isaac Brocks peerless lyrical aptitude and delivery, there was always this ambiguous aesthetic within the music which provided Modest Mouse their mystique. It's exactly what has made The Lonesome Crowded West and the equally magnificent follow-up The Moon And Antarctica so compelling.


Not to say there isn't a plethora of fantastic new bands emerging. As a matter of fact, amazing new artists seem to emerge almost simultaneously - and in much larger amounts - than ever before. Of course, this has everything to do with the digital revolution. The immediacy and magnitude of when and where music is available makes it almost impossible to catch up. It wasn't until year and a half ago - when I started writing articles and reviews for music e-zine File Under - that I've been watching the music industry manifest so candidly. On Twitter I've been following various prominent dutch music journalists and enthusiasts, such as Gijsbert Kamer, Atze de Vrieze, Theo Ploeg, Peter Bruyn, Erik Zwennes, Tjeerd van Erve and Joris Rietbroek, to name a few. I always marvel at how adeptly they seem to keep wraps on this continuous influx of releases and concerts, not to mention the developments around the industry's transition into the digital age.

I, for one, often struggle to catch up. A part of me - stubbornly perhaps - longs for those days before MySpace, before Soundcloud, Last FM, Spotify and Bandcamp reshaped the way we consume, listen to and interact with music. In some ways, the internet has tainted some of the things I used to value about music growing up. A sentiment emphasized by this excerpt from Pitchforks review of Neutral Milk Hotels Box Set:

"An overlooked element of Neutral Milk Hotel's enduring appeal is that Mangum stopped making new music at the precise moment that music was about to become "an internet thing." A year after Aeroplane came Napster, and pretty soon the way we hear and experience music would never be the same. But Neutral Milk Hotel remain, as if preserved in amber, in that moment when independent music was bought in stores and spread by word of mouth that came from actual mouths." 

I was discussing this with Richard James Foster (Incendiary Magazine) a few weeks ago: we talked about the beauty of Message Boards back in the late 90's and early 00's, where you could discuss artists and albums in a more profound manner: it was a more personal, a more elaborate way of interacting (frankly, it can be quite tricky to persuade and enthrall someone to listen to new music with a mere 140 characters). You could not only share music and experiences, but there was also a strong sense of community: almost like a virtual book club. I remember having endless, tiresome discussions -with posts much more extensive than this particular blog entry - with this poster called Coypu, who had this persisting conviction that death metal was the superior genre, the übergenre. Cynic and Allan Holdsworth were 'better' simply because of the mastery they have harnessed over their respective instruments. 

Never mind that I couldn't convince him to listen to Björks "Vespertine" without provoking a few derogative comments. Even though we were fierce adversaries - tête-a-tête, with neither of us willing to concede - Coypu has indeed compelled me explore the realms of thrash, progressive and death metal: I discovered bands like Carcass, Amon Amarth, Strapping Young Lad and Gordian Knot. I probably wouldn't have immersed myself within these genres on my own - in fact I'm pretty damn sure of it. It is partly what made these message boards such an enriching way to broaden your musical interests beyond the comfort zone.  And this was just a small sample size: I have explored the realms of hip-hop, alternative rock, progressive rock, jazz, soul and punk in similar fashion. If it weren't for these seemingly pointless discussions, I wouldn't have had half the knowledge. It's something I proudly flaunt with, and for a good cause. How many people would take my articles seriously - no less read them in the first place - if they don't believe I have the slightest clue what I'm talking about?

My days of geeking about music on the forums have been fruitful indeed, and not just because it has broadened my musical horizon. But more importantly, back then, music was still somewhat elusive. Even after the emergence of Napster, you could still only preview an album with only a handful of songs. The compact disc was still very much a hot commodity. Studying in Utrecht at the time, I kept making these lists of albums I HAD to buy the next time I visited the local Plato-store. Being the socially awkward reject that I was (and still am), spending my college funds on fraternizing and booze wasn't much of an option. Instead, I spent more than half of it on cd's: dEUS, Super Furry Animals,  Slowdive, Ani DiFranco, The Unicorns, Guided By Voices, Elliott Smith, Death Cab For Cutie, Pixies, Stereolab, Trail of Dead, Built To Spill, Sparklehorse. You name it. Needless to say, this addiction was getting out of hand. But back then, your curiosity and attention span wasn't instantaneously subverted with the simple click of a mouse.

Earlier this year I interviewed Shearwater-frontman Jonathan Meiburg in Amsterdam. Afterwards, he gave this thoughtful analogy about todays music consumption. He described open source interfaces such as Spotify as 'water from the tap', whereas before, music was like some remote water source in Africa. You had to cherish that particular source, simply because it wasn't immediately accessible to everyone. It suddenly hit me then and there: is this why I tend to cling tightly to old favorites such as The Flaming Lips or Modest Mouse amidst all them promoters woo'ing these fancy buzz bands from left to right? 

Deep down, we all seem to yearn for a more intrinsic level of satisfaction, solace or reprieve: not just cheap thrills, like smoking cigarettes or riding rollercoasters. Could the modern music consumer be nothing more than a person stuck in a cash cube - reaching frenetically and obliviously for a couple of paper bills? With most social media, it simply starts with a multitude of flashy names scattered across the length of your browser. Before you can read any synopsis, even more appealing names are funneled your way: Alt-J, Chromatics, Howler, Django Django, Tennis. No matter compelled you are to listen to all of them, this process of discovering music initially comes across as superfluous. 

When a particular person starts plugging a band more conspicuously on numerous occasions, I'll feel more compelled to check it out. For example, Tjeerd van Erve (Nu.nl, De Jaap Gonzo Circus, File Under) evoked a genuine sense of euphoria and ballyhoo over Japandroids' Celebration Rock album. He expressed this sense of joy by not only writing about it on his blog and in reviews, but also by posting pictures on Twitter of him dancing exuberantly with his kids to this particular album. By expressing his infatuation with this album on a more personal level, I felt enticed to check this album out for myself. And whaddaya know: Celebration Rock is indeed a fantastic record that could've easily derived from the days when I was still discovering bands like Hüsker Dü and Hot Snakes. Heck, Theo Ploeg (OOR) even compared this record to Fugazi. Whether authenticity becomes some sort of beacon of light amidst this vast and ever expanding musical landscape is up for debate. There are plenty of good articles exploring this subject in further detail.




Hence, that's all for now! 







vrijdag 15 juni 2012

dinsdag 5 juni 2012

Interview Simone White

I sat down with Simone White at this years Indiestad-festival . We discussed her new LP Silver Silver, her peculiar tweets and her infatuation with Japan among many other things. Read it all here!

vrijdag 25 mei 2012

donderdag 3 mei 2012

Interview: Alabama Shakes

I did an interview with the sensational Alabama Shakes during the bands' very first visit to Holland.

donderdag 29 maart 2012

Flaming Lips-article at Kicking The Habit

This week Dutch music blog Kicking The Habit published an in-depth, personal article I wrote about The Flaming Lips, my favorite band of all time. 

Check it out here!

Interview Intergalactic Lovers

I recently did a brief interview with Intergalactic Lovers at Rotown. You can read it at File Under.

zaterdag 21 januari 2012

Very old Incense interview

During the fall of 2010, the amazing The Hague rock-trio Incense had a brief reunion. I managed to have a chat with them during that time frame. You can read it here.

maandag 16 januari 2012