maandag 15 september 2014

Review Chad VanGaalen for OOR

CONCERTINDIE
ONGEMAK EN BEZIELING HAND IN HAND BIJ CHAD VANGAALEN
De uit Calgary afkomstige muzikant Chad VanGaalen wilde altijd liever naam maken met zijn kunst en animaties. De surrealistische waanbeelden, die terloops uit zijn psyche lijken te ontstaan, zijn het handelsmerk. Die unieke art-stijl nestelt zich vanzelfsprekend in zijn muziek: vreemdsoortige knip-en-plakliedjes waarin VanGaalen nauwgezet abstracte geluiden integreert, met effecten, drones en zelfgemaakte instrumenten. Tegen wil en dank is VanGaalen bekender geworden om zijn muziek dan zijn kunst, iets wat hij zelf niet in de hand heeft. Zoals vanavond blijkt in de Dokzaal, werkt dit grappig genoeg in zijn voordeel.
Met de dag lijkt er weer een nieuwe popzaal te ontspruiten in het Amsterdamse centrum. Dat gezegd hebbende, is de Dokzaal een bijzonder fijne aanvulling. Bij binnenkomst voel je meteen een huiselijke sfeer, vergelijkbaar met het Utrechtse Kargadoor. Voor livemuziek is deze Dokzaal beter berust: beneden de veranda heb je een ruimte voor intieme shows, langs de bar vind je de (verrassend) grote zaal. Een voormalige kerkzaal zo blijkt, wat de gevoelige akoestiek verklaart. 
Zanger/gitarist Aaron Mangle, van garageduo Cousins dat het voorprogramma verzorgt, bedankt de bezoekers al van tevoren. ‘Because last time in Amsterdam sucked!’, mompelt hij, terwijl hij koddig tussen elke lettergreep van zijn thee nipt. De woorden zijn hier zowaar goed verstaanbaar. Ondergetekende verheft zijn bierflesje in repliek, waardoor het schuim overloopt. Ook de vallende spetters zijn door iedereen in de zaal hoorbaar. Eventjes het middelpunt van de aandacht zijn doet toch even blozen. De andere helft van Cousins is drumster Leigh Dotey; voordat het liedje inzet komt er telkens weer een aandoenlijke miscommunicatie tussen Dotey en Mangle aan te pas. Die awkward handdruk, die kennen we allemaal. Nou, dit is dus de muzikale variant. Het duo jaagt met heerlijk bevlogen en infantiele energie door hun setlist. Muziek in de geest van Ariel Pink, Connan Mockasin en R. Stevie Moore, al oversturen de liedjes van Cousins iets meer, de rustieke piep-en-kraak sound van The Flaming Lips in hun prille jaren.
In tegenstelling tot Cousins is de akoestiek voor Chad VanGaalen vanavond een beproeving. Hij is sowieso niet het meest happige beestje betreft toeren en optreden. Daar komt bij dat zijn huidige bezetting bestaat uit voormalig Monty Munro (bas, achtergrondzang) en Eric Hamelin (drums). Nee, het zijn geen broertjes van elkaar. VanGaalen's show neemt duidelijk een andere gedaante aan dan zijn vorige clubshow: om de meer uptempo liedjes, zoals Burning Photographs en Peace On The Rise, hangt nu een zware walm van noise en feedback. Overigens is die vorige clubshow, op het wijlen fabrIQ festival in 2012, best noemenswaardig: VanGaalen was toen in feite een eenmansband, de drums, electronica, gitaar en harmonica tegelijkertijd bedienend. Dan moest hij ook nog zingen, die iele tenor die zo doeltreffend het hart weet te raken. VanGaalen heeft zeker de elan van eenGram Parsons of Neil Young, maar zijn muziek is niet bepaald rootsy, eerder abstract. Referentiekaders be damned, VanGaalen doet liever beroep op de kwintessens vanuit zijn eigen macabere tekstbubbels en onaardse fantasiebeelden. Dat optreden op fabrIQ kreeg nog een extra lading, omdat het pakweg drie weken na het overlijden van VanGaalens boezemvriend, Women-gitarist Chris Reimer, plaatsvond. VanGaalen produceerde de twee albums van Women.
Fast forward naar het hier en nu, trekt Chad VanGaalen al snel een conclusie, dat het funest is de teugels strak in handen te houden. Zijn nieuwe bezetting ontleent zich niet goed aan de Dokzaal, wat een chaotisch optreden oplevert. De spontaniteit regeert wanneer hij Mangle laat meepielen, wat tot een soort space age Crazy Horse tafereel uitmondt. Het sfeertje is vergelijkbaar met VanGaalens eerste twee releases Infiniheart en Skelliconnection, fuzzy lo-fi pop voortgekomen uit een kijk-wat-blijft plakken blauwdruk. The Soft Airplane (2008), Diaper Island (2011) en het dit jaar (op label Flemish Eye) uitgebrachte Shrink Dust zijn meer traditionele songplaten, in hoeverre je VanGaalen 'traditioneel' kunt noemen. De Canadees begint met een ietwat afgeraffelde versie van Cut Off My Hands, waarin hij zingt dat zijn handen hem, Evil Dead-style, als ‘a pair of bloody crabs’ in de steek laten. De nerveuze grapjes tussendoor, het aanpassen aan zijn twee bandleden - die de begeestering wel natuurlijkerwijs vinden -, Chad VanGaalen wil het liefst zo snel mogelijk door zijn set heen razen. Het ongemak kan hij dit keer niet van zich afschudden, net als het abominabele cartoonmonster op de Shrink Dust-hoes. De aangrijpende afsluiter Rabid Bits Of Time is vanavond de apotheose, hét moment dat pure bezieling en ongemak eventjes hand in hand gaan. Dan hoor je VanGaalen op zijn best: ‘And you've been dead for years but you never knew/and the rabid bits of time have been eating you’. Dit optreden is tussen zijn oren wellicht een verloren zaak, maar ondertussen laat hij het publiek in de Dokzaal compleet ontdaan en verwonderd achter.
http://oor.nl/#!/articles/ongemak_en_bezieling_hand_in_hand_bij_chad_vangaalen/concert


Geen opmerkingen:

Een reactie posten