dinsdag 18 maart 2014

Interview: Angel Olsen

I interviewed songstress Angel Olsen in Amsterdam for File Under.

Angel Olsen

(Interview: Jasper)
Angel Olsen is er zo eentje. Een artiest die, slechts bewapend met akoestische gitaar en veerkrachtige snikstem, een luidkeels kakelende menigte tot een vacuüm van stilte kan dwingen. Dat deed ze bijvoorbeeld op Incubate in 2012, waar ook ondergetekende de zakdoekjes tevoorschijn moest toveren. "Muziek die de luisteraar op emotioneel vlak zodanig aan de grond nagelt, dat je naderhand pas beseft hoeveel genres daadwerkelijk overlapt worden: country, folk, doo wop en sixties rock zitten allemaal achteloos in Angels repertoire vervlochten. Haar ijzingwekkende timbre - qua stijl ergens tussen Tim Buckley en Roy Orbison in - speelt Dokter Bibber met de ziel", schreef ik destijds.

De uit St. Louis, Missouri afkomstige zangeres (en voormalig protégé van Will Oldham) is bovenal lekker eigenwijs. Op haar tweede full-length, die de passende titel Burn Your Fire For No Witness draagt, ontkracht ze maar al te graag het stigma "breekbare folkzangeres". De eerste single, de puntige garagerocker "Forgiven/Forgotten", voelt als een statement: zo, Angel Olsen plugt haar gitaar dit keer stevig in de versterkers. Als File Under bij de charismatische Amerikaanse aanschuift, vertelt ze dat het niet zo resoluut anders is. 'Voor mijn gevoel schreef ik altijd al dit soort nummers. Omdat ik heel lang zonder band speelde, ging men ervan uit dat ik een hele andere stijl hanteerde. Mijn bandleden (drummer Josh Jaeger en bassist Stewart Bronaugh) bieden me de vrijheid mijn stem spontaner en met meer dosering te benutten.'
Ze rolt haar grote oogbollen zijwaarts en glimlacht spottend. 'Het is soms lastig om het uit te balanceren, zowel de energie van de liveband als de kalmte van een solo-performance. Je krijgt hierdoor ook verschillende reacties. Het kan daarom best wat verwarring scheppen bij het publiek. Maar daar geniet ik juist van, om de boel een beetje te ontregelen.'
High five, Angel.

Burn Your Fire For No Witness is je eerste plaat op het Jagjaguwar-label. Lukt het je die do-it-yourself mentaliteit te behouden?
'Af en toe wel, ja! Ondanks het feit dat ik nu een boekingskantoor en een promotieteam om me heen heb die betrokken zijn bij het gehele proces, doe ik nog altijd graag huiskamerconcerten. Het verschil is dat daar geen promotie meer voor nodig is, ik doe het tegenwoordig puur uit spontaniteit. Ik vind het belangrijk die unieke ervaringen op te blijven zoeken met het optreden. Tegelijkertijd vind ik het leuk om diverse landen te bezoeken, om me dat financieel gezien te kunnen veroorloven. Maar ik blijf wat dat betreft altijd op mijn hoede: dat doe ik vaak door mijn muziek in afwijkende omgevingen te vertolken.'
Jouw loopbaan begon in Chicago, waar je met bevriende muzikanten veel DIY-shows oprichtte. Sinds oktober ben je verhuisd naar Asheville, North Carolina. Wat was de aanleiding precies?
'Het is allemaal best snel gegaan! De aanleiding was simpelweg dat ik veel vrienden aan had in Asheville, de omgeving werkte heel inspirerend. Het ligt midden in de vallei: er zijn bergen, watervallen, parken. Veel wandelaars ook. Slechts een kwartiertje rijden en je bevindt je midden in het natuurgebied, echt heel gaaf! Mijn oude label Bathetic Records opende sinds kort een zaaltje in Asheville genaamd The Mothlight At Mr. Fred's, waar heel veel verschillende artiesten optreden. Nog voordat ze open gingen stonden er aardig wat bekende bands geprogrammeerd, daarnaast ook veel ambient en noise. Ze staan voor allerlei dingen open, voor hen is het ook een soort van nieuw begin. Ik ben blij dat ik daar nu deel van uitmaak.'
Door een nieuwe thuisbasis te kiezen, wilde je je persoonlijke connectie met jouw muziek in zekere zin herstellen?
'Ja, absoluut, want het vluchtige bestaan zit hem tegenwoordig meer in het reizen, dus ik had behoefte aan een zekere balans. Een plek waar ik kan thuis kan komen zonder stil te staan bij Angel Olsen de schrijfster of Angel Olsen de zangeres. Ergens waar ik kan mezelf kan zijn: mij door de natuur kan wanen, waar ik met vrienden rondom een kampvuur kan zitten, slap kan ouwehoeren over muziek die we mooi vinden...of films die we onlangs keken! Ik wilde me in een omgeving bevinden waar ik niet de druk voel om een bepaald personage naar buiten te projecteren. Me gewoon onder mensen bevinden die normaal met elkaar omgaan en daar voldoening uit halen in het dagelijks leven.'
Werkte dat op een gegeven moment beknellend voor je, dat mensen je begonnen te herkennen?
'Ja, in Chicago natuurlijk wel. Ik weet niet of dat komt doordat mijn muziek daar goed werd gepromoot of...(denkpauze). Het voelde vreemd, bepaalde mensen keken me daar op een gegeven moment raar aan, begrijp je wat ik bedoel? Het is een grote stad, maar ik bevond mij in een scene die klein genoeg was dat ik een kroeg binnenliep en mijn eigen muziek hoorde. Het voelde alsof een foto van mezelf op een muur continu terugstaarde.'
Je wilde wat meer anonimiteit.
'Best grappig, eigenlijk. Ik wilde anoniemer worden en nu vragen mensen steeds waar ik woon! En dan vertel ik het gewoon ook nog! Dus misschien blijf ik wel een nomadisch bestaan leiden. Maar Asheville is prachtig, ik geniet voorlopig van de kalmte van die omgeving.'
Hoe ga je om met die tijd tussen de albums door? Je hebt tussen Half Way Home en Burn Your Fire For No Witness nog een 7-inch uitgebracht, Sleepwalker.
'Ik houd mijn eigen boekhouding bij en verkoop mijn platen online. Ik reis veel heen en weer. Het is best bijzonder als iemand tegenwoordig kan leven van de muziek. Om een of andere reden houd ik het hoofd boven water. Ik vraag me af of ik dat volhoud zodra ik weer een boel vrije tijd krijg. Maar ik weet dat ik altijd kan vertrouwen op releases die ik eerder heb uitgebracht. Zolang je bezig blijft met platen opnemen, blijf je jezelf toegankelijk maken voor anderen. Ik krijg nog steeds geld voor platen die ik voorheen heb gemaakt. Het is dus best interessant om vooruit te kijken naar de toekomst. Ik heb geen idee of ik mezelf definitief kan onderhouden of dat ik mijn interesse richt op iets anders. Nu probeer ik ervan te genieten en hoop ik mijn tijd verstandig in te delen.'
Wakkert dat potentieel juist de creatieve vonk aan, die onzekerheid over je eigen toekomst?
'Ja, iedereen wil dat weten, hé, hoe het afloopt. Het is heel makkelijk voor de luisteraar om een album van 45 minuten op te zetten en vervolgens te roepen, "wow dat was cool!". Zonder erbij stil te staan dat zo'n album misschien wel drie of vier jaar arbeid vergt. Mijn eigen album kostte ongeveer een jaar om te maken, maar misschien duurt het nog tien jaar voordat de volgende af is. Of een jaar. Maar een plaat is pas af als jij zélf achter het resultaat staat. 45 minuten lijkt in verhouding nogal vatbaar.'
'Het is makkelijk om iets te ondergaan zonder er te veel over na te denken of een soortgelijke inspanning te willen leveren, omdat je tijdens het luisteren de boel misschien onbewust al aan het inkaderen bent. In vergelijking tot de artiest maakt de luisteraar een minder grote inspanning. (lacht) Zelfs als je het album beluistert en probeert te begrijpen, het blijft een kleinere inspanning. Dus, om je vraag te beantwoorden: ik heb geen idee en ik kan je niet vertellen wanneer het af is. En of er überhaupt iets komt. Ik hoop het echter niet te forceren zodra er weer iets komt.'
Best dapper dat je je daar zo rechtschapen over uitlaat. Dat is het hem ook: het blijft kwestie van eerlijkheid ten opzichte van jezelf.
'Het is best lastig aan te meten of dat daadwerkelijk zo is, tot je bepaalde situaties aan den lijve ondervindt. Zolang je leeft blijft dat altijd een risico. Je kent jezelf misschien niet zo goed als je zou willen.'
Die mantra, "burn your fire, for no witness", ademt die gedachte ook een beetje, jezelf zuiveren van iets wat je voorheen als waarheid bejegende.
'Zonder over te komen als een snob en alle magie weg te geven: heel veel thema's op deze plaat zijn te herleiden naar de confrontatie met jezelf. Dat er terugkerende thema's zijn waar je op verschillende punten in je leven mee te maken krijgt - maar dan telkens alsof je ze voor de eerste keer meemaakt. Ik weet niet goed hoe ik het moet uitleggen...'
Halfway Home klinkt als een introspectieve plaat, terwijl Burn Your Fire, For No Witness op sommige momenten juist theatraler uit de verf komt. Op emotioneel vlak bespeur ik zeker uitbreiding, alsof je nu meer zingt vanuit het perspectief van verschillende karakters, die allemaal een deel van jou vertegenwoordigen.
'Dank je wel. Ik weet het niet...als ik nummers schrijf is dat meestal niet gebaseerd op een specifiek idee. Het is een melodie die blijft hangen, waarvan ik later pas besef: "misschien luisterde ik naar een Roger Miller-plaat, of iets van The Cure, David Bowie, Mildred Bailey." Het gaat heel onbewust, de manier waarop die invloeden in mijn muziek doorsijpelen. Ik accepteer tegenwoordig dat alles op een gegeven moment eens is gedaan, ik doe vooral mijn best daar mijn eigen ervaringen binnen vast te leggen.'
De piano op "High & Wild" doet mij meteen denken aan "All Tomorrow's Parties" van The Velvet Underground.
'Oh, absoluut. Lou Reed en The Velvet Underground zijn een grote inspiratiebron geweest voor mij.'
De tekst is opvallend duister "some demon thing has squashed your soul and I don't recognize you".
'In vele opzichten "High & Wild is een beetje een anticlimax, omdat ik in het nummer wens dat de eindbestemming bereikt is, dat dit het laatste nummer is. Maar dat is dus niet zo. Vervolgens komen er op het album meerdere confrontaties, dingen waarover gezwegen wordt. Die thematiek was niet iets dat ik plande, dat besliste ik pas op het laatste moment.'
Bij het verstilde "Enemy" lijkt het in ieder geval niet alsof je een specifiek persoon toezingt die je als aartsvijand beschouwt.
'Klopt. Soms zijn je vijanden tegelijkertijd ook je beste vrienden en dat kan jaren duren voordat je je zoiets beseft. Het nummer gaat inderdaad niet over een specifiek persoon of gebeurtenis, maar verscheidene. Het is een soort afweging van wat een bepaald persoon zou tolereren van een ander. Als je die grens eenmaal bereikt, kom je tegelijkertijd oog in oog met je persoonlijke aard. Dus in vele opzichten is de vijand...'
Jezelf.
'Ja, dus...' (lacht) 'Ik denk dat iedereen in zekere zin naïef is... en zelfbewust zonder daar lang bij stil te hoeven staan. Dat betekent niet dat je een onwetend individu bent. Maar misschien eerder dat je moeite hebt jezelf op een bepaalde manier te uiten, dat je het daarom slechts op anderen projecteert. Of dat je voor iemand anders iets vertegenwoordigt en een soort symbool wordt. Ik vind het vooral belangrijk dat je zowel de positieve als negatieve kanten van het leven durft te omarmen. De meest verschrikkelijke dag van je leven vormt je hoe dan ook, je ondergaat een persoonlijke wending die je zelf aan kunt sturen...(pauze). Ik probeer overigens geen zelfhulp-boek te schrijven!' (lacht)
Ik begrijp waar je op doelt. "Hi-Five" is een mooi voorbeeld: twee eenzame figuren zitten aan de bar, vinden als lotgenoten onderling troost.
(lacht) 'Cool dat het nummer dat beeld bij jou oproept!'
Werkte jij in Chicago niet achter een bar? Ik wed dat je elke week wel interessante karakters tegenkwam.
'Ik werkte niet in een bar, maar een café. We troffen daar inderdaad uiteenlopende figuren, op den duur bedachten we een bijnaam voor iedere vaste klant. Bijvoorbeeld de man die altijd latté bestelde bij zijn espresso. Of dat de vorm van transactie bijvoorbeeld afhing van de smaak van thee die gekozen werd. Best geniepig soms, de namen die we bedachten!' (lacht) 'Er was altijd een gast die zonder eerst te vragen de bananen pakte. We noemden hem "Banana Hands". Zo van: "Banana Hands was er vandaag: hij blééf maar praten tegen me, terwijl er een rij mensen achter hem stond te wachten.'
(schieten beiden in de lach)
'Als je in verschillende cafés en andere openbare plekken werkt, vraag je je altijd af waar de mensen precies over praten. Ik heb aardig wat stelletjes uit elkaar zien gaan, mensen die in emotionele opwelling verkeren. Dan sta je daar: "wil je nog een sandwich of iets anders?" Dat is best wel awkward. Maar ik ben absoluut iemand die zichzelf in de waan van de dag in situaties begeeft die terloops kunnen omslaan. Rond negen uur 's avonds voel je dat de sfeer verandert, dan komen vaak de vaste bezoekers en leer je stiekem best veel over hun eigen leven en hun omgang met mensen. Daar komen best vaak ideetjes uit voort.'
Dat neigt als snel naar voyeurisme. Schaamde je je daar soms voor?
'Ik heb al een tijdje niet in een café gewerkt, maar ik kan mij een moment herinneren dat ik een koppel aantrof die overduidelijk op hun eerste date waren. De man praatte heel overpeinzend door over wat hij wel en niet leuk vond. Hij had het over zijn vorige relatie.'
Dat is bij een eerste date een beetje 'not done', niet?
'Het is zó cheesy, als je iemand voor het eerst ontmoet en je jezelf probeert te profileren door - onbewust of niet - de situatie aan te kaarten. Ik vond het gênant, niet alleen voor hem, maar ook voor mezelf. Want ik denk dat ik in ooit een soortgelijke situatie meemaakte, waar ik mijn verleden openbaarde en vervolgens beweerde een duidelijk toekomstbeeld voor mezelf te hebben. En dat de ander vervolgens denkt: "Yeah, right!". Maar uiteindelijk vang je slechts een deel van het gesprek op, dus het is vast een slecht voorbeeld van wie de persoon daadwerkelijk is. Het zorgt er wel voor dat ik verhaaltjes verzamel.
Overkomt je dat vaak, dat een idee zich abrupt manifesteert terwijl je met iets totaal anders bezig bent?
'Tijdens werkdiensten in het café ging ik weleens naar de wc om ideetjes te schrijven op de achterkant van een papieren bon, tussen het serveren van broodjes door. Het overkwam me niet vaak. Niet dat ik zo'n verschrikkelijke serveerster was, maar als je een eureka-moment hebt moet je wel de tijd nemen het uit te werken. Als je op rare tijden in een kroeg werkt, dan krijg je andere prikkels binnen dan als je thuis op de bank gaat zitten om liedjes te schrijven. Tijdens zo'n chaotische happening wil je niet dat bepaalde ideetjes verloren gaan. Het woord "Unfucktheworld" zag ik bijvoorbeeld vorig jaar op een wasbak gekrabbeld. Ik vond het nogal hilarische uitspraak: die veronderstelling dat de wereld een akelige plek is, om vervolgens heel agressief zeggen dat je maar beter iets positiefs kunt doen. Of dat in ieder geval moet proberen!' (lacht)
Burn Your Fire For No Witness komt 18 februari uit bij Jagjaguwar/Konkurrent. Angel Olsen is in het weekend van 4 en 5 april te bewonderen op Motel Mozaïque en op 6 april geeft ze een show in Paradiso.

Review Nick Lowe for OOR

I witnessed The Jesus Of Cool himself, Nick Lowe, do his thing at Paradiso for OOR.



CONCERTPOP

NICK LOWE STROOIT MET HITS IN PARADISO

Het was nogal een dingetje afgelopen week: The Rolling Stones bevestigd voor Pinkpop. Een van dé grondleggers van de rock & roll verdient natuurlijk respect, al hebben Mick en kornuiten decennialang geen fatsoenlijke plaat gemaakt. Dat ze hun vijfde jeugd ingaan met miljoenen die ze onmogelijk kunnen besteden mogen ze helemaal zelf weten. (Insert rollator-grap).
Nick Lowe is dan weer de antithese. Vlak na opkomst in Paradiso breekt de Britse liedjessmid gortdroog het ijs: ‘Als ik een euro had voor elke keer dat ik hier stond… had ik vandaag elf euro.’ In hoog tempo jaagt hij door zijn set heen:Where’s My EverythingHeartLong Limbed Girl. Allemachtig, hoeveel hits kun je in een repertoire hebben!? Het is werkelijk een bodemloze put. ‘Zelfs als er nummers bij zitten die je geen bal aan vindt, hoef je in ieder geval niet lang te wachten’, grapt Lowe tussendoor. Een grap die hij vast bij elke show maakt, maar nergens voelt zijn podiumschtick plichtmatig of geveinsd. Hij geniet nog zichtbaar van het moment in de schijnwerpers.
Gelukkig heeft Lowe die ‘sex, drugs and rock & roll’-flauwekul al begin jaren negentig achter zich gelaten. Curtis Stigers’ abominabele cover van zijn evergreen(What’s So Funny About) Peace, Love & Understanding kwam op een van de best verkochte soundtracks uit de popgeschiedenis (The Bodyguard) terecht. Lowes carrière zat destijds in het slop na zijn scheiding met Carlene Carter (dochter van June ‘Mrs. Cash’ Carter). Alcohol, drugs… ach, je kent het verhaal. De royalties gaven Lowe een buffer om weer sporadisch platen uit te brengen, met een nieuwe dosis zelfrelativering als extra bagage. Een aardig CV had hij in ieder geval op zak: hij was bassist in de succesvolle seventiespopband Brinsley Schwarz, produceerde albums voor Elvis Costello, Dr. Feelgood en The Damned en claimde kortstondig eigen sterrenstatus met Jesus Of Cool (1978) en Labour Of Lust(1979).
Lowe bejegent zijn ambacht tegenwoordig als moeilijke kruiswoordpuzzel. Langzaam bijschaven, zoekend naar de juiste tongval, de juiste strekking, tot hij het punt bereikt waar eigen liedjes als cover vertolkt kunnen worden. Mooi voorbeeld is zijn meest recente album Quality Street, een kerstplaat met uitsluitend origineel materiaal. Op zijn 65ste omarmt Nick Lowe dus de uitdaging iets aan het canon ‘kerstklassiekers’ toe te voegen. Je bent tenslotte de Jesus Of Cool of je bent het niet. 
Lowe wil vanavond vooral swingen in het kaliber Ragin’ Eyes, zijn grootste hitCruel To Be Kind en I Live On The Battlefield, gevolgd door een anekdote over Diana Ross’ cover van het laatstgenoemde nummer. ‘Not her finest hour’, aldus Lowe. Een korte stilte valt. ‘Maar het leverde mij in ieder geval een nieuwe badkamer op!’ Het publiek schiet vervolgens in de lach.
Tijdens het optreden hangt vooral een losse, onbevangen sfeer. Dat bezoekers tussendoor aan de bar een biertje halen of vooraan foto’s maken met hun smartdinges stoort Lowe geenszins. In contrast met zijn gemoedstoestand raakt Lowe de snaar juist des te meer met de downtempo nummers: House For Sale enStoplight Roses zijn tranentrekkers pur sang, Rome Wasn’t Built In A Day geeft Tinderloze singles weer hoop en All Men Are Liars (waar ‘Rick Astley’ rijmt op ‘ghastly’) werkt ad rem op de lachspieren. Bij I Trained Her To Love Me gaat Lowe helemaal op in de rol van vrijpostige hartendief. Liedjes die in minder capabele handen flauw klinken – of juist veel te zelfingenomen. Zoveel emoties door de mangel halen zou vermoeiend moeten zijn, maar Lowe komt de luisteraar altijd ergens halverwege tegemoet, met een koddig schouderklopje. Of een dikke knipoog.
Paradiso krijgt een toegift van vier liedjes: When I Write The BookTokyo Bay en (hoe kan het ook anders) Peace, Love & Understanding. Als afsluiter kiest Lowe voor een fabelachtige cover van Alison, zijn voormalig protégé Elvis Costello ver achter zich latend. Van een bona fide klassieker iets compleet eigens maken, een gave weggelegd voor slechts de aller-allerbesten in het vak. Oude magie is net zo goed magie…
Door Jasper Willems / Fotografie: Jelmer de Haas
Gezien: 16 maart 2014, Paradiso, Amsterdam

Interview Joan As Police Woman

Brief interview I had with Joan As Police Woman for File Under.

Interview YOKOCOLA

I spoke to Rotterdam-based no wave-punk outfit YOKOCOLA for Luifabriek. Read all about it here.

woensdag 15 januari 2014

Hits From Oblong! - 15 January 2014

With Eurosonic/Noorderslag looming this week, it's time to present some more Hits From Oblong!


WHOWOULLDATHUNK?

The Future's Dust - Tinderlight

Hot damn! Suffice to say, I was already moderately impressed by The Future's Dust initial EP Marrakech, which treads a fine equilibrium between post-rock and R&B-du-jour Nowadays however - with technology becoming a more accessible contrivance in the recording process -  basically any run-of-the-mill band can pull off sounding like Steely-fucking-Dan. As a result, this climate makes it all the more difficult to assess which band's live prowess remains truly legit. The harsh truth is, very few bands actually exceed these expectations, but boy! The Future's Dust have done just that! Behold this incredible version of "Tinderlight", performed at popular Dutch TV show De Wereld Draait Door.


DOUBLE CLUTCH 

Solids - Haze Away
I've always been a sucker for these, bands with a penchant for dulcet power-pop hooks - only to subsequently bury them beneath a clinking clanking collection of collagenous junk. However there's always this big brawny heart in the middle, ceaselessly pumping. Currently we have bands like Austria's mischievous Sex Jams (who will be playing #ESNS14 this weekend) and the UK's frisky Cheatahs with similar MO's. But! The peppy "Haze Away" by cacophonous Canucks Solids takes the cake this week.

Dean Wareham - Holding Pattern
Former frontman of influential lo-fi psychrockers Galaxie 500 has found a gullible collaborator in My Morning Jacket-honcho Jim James. The result is a glistened-up remnant of Galaxie 500's acclaimed Velvets-meets-Richman moxie, giving this particular track a similar feel to late-nineties followers like Mercury Rev, Grandaddy and Arab Strap. "Holding Pattern" holds equal footing between nostalgia and fresh overhaul.

Edging out: Phantogram - Nothing But Trouble, Sun Kil Moon - Ben's My Friend



CHASEDOWN

Lee Ranaldo and the Dust - The Late Descent #2
The Sonic Youth-alumni remain very prolific in their own endeavors - with mixed results. Kim Gordon's recent noise-project Body/Head made most critics go Kevorkian. Those same critics seem more preoccupied gunning for soundbytes from ex-hubby Thurston Moore than gauging the type of records he's been cooking up. Lee Ranaldo meanwhile, seems perfectly fine with releasing albums at his own desired pace (with trustworthy companion Steve Shelley behind the skins), quaintly framing out quirky ideas to adorn his otherwise fickle songwriting MO. Basically, ol' Lee has been playing whack-a-mole with his own musical genesis indiscriminately: the stripped-down Between The Times And Tides occasionally struck gold and gave a playful nod to a distinguished Liverpool quartet.


As with a lot of releases by the end of the year, his latest LP "The Last Night On Earth" was completely lost on me. Which is a shame, because its a damn good record. Its latest single "The Late Descent #2" is, simply said, a beaut - and I'm not even that big on harpsichords. Again, the playful tinkering with different sounds almost seems like an ennui coming from Ranaldo. Somehow, it works like a charm: the harpsichord serenades buoyantly while Ranaldo's guitar strumming and voice provide an ambivalent undercurrent. Just incredibly moving, this. 


Edging out: Trentemøller feat. Jana Hunter - Gravity


THE DUNK








Real Estate - Talking Backwards

Oh, Real Estate. Don't ever change. "Talking Backwards" is instantly gorgeous, a band doing what they do best: wonderfully waft ethereal guitar pop, drifting effortlessly between workaday lull and wide-eyed reverie. Without breaking a sweat.





THE CLUNK 

















Tokyo Police Club - Hot Tonight

Wish I could say the same for Canadian rockers Tokyo Police Club. Their previous LP "Champ" was a fine collection of upright alternative pop gems like this. Unfortunately, "Hot Tonight" gravitates more closely to LFO (in case you forgot, these dudes actually scored a summer hit once about date rape and Abercrombie & Fitch). Another solid rock group set to become a bitter cautionary tale. 





DOUBLE DUTCH

Hunter Complex - Space 

The Yamaha DX7-benigned minimal techno of Hunter Complex (Lars "Narrominded" Meijer) makes us yearn for a quixotic ersatz-future shaped by the likes of Asimov and Sagan, instead of the bleak, gourmandizing one percent-takes-all future we're facing today.







Duffhues - White Dove With Black Feathers

Niels Duffhuës derives from Oss, the self-described "hellhole" that's basically the Dutch equivalent to Hull. It comes as no surprise that his art is conjured from the darker caverns of the psyche. Even the symbol of peace gets a hatchet job in this wicked stand-off between Nick Cave-esque pop-noir grandeur and ferocious, cold-cocked desert rock 

Edging out: Naive Set - Like That , traumahelikopter - Alone

Interview: Damien Jurado







Twee jaar geleden schoof File Under voor het eerst aan bij singer-songwriter Damien Jurado. Tijdens zijn vorige persdag in Amsterdam leek de vers omgedoopte 'Folk Boom Godfather of Seattle' een herboren man, die na een lange carrière ploeteren erkenning heeft gekregen van fans, pers en medemuzikant alom. Met zijn tiende album Maraqopa had Jurado dan ook eindelijk de plaat op zak die hij altijd al wilde maken. In zijn persoonlijke leven worstelde hij echter nog met innerlijke demonen, waardoor hij - tegen alle verwachtingen in - de hedonistische droomwereld Maraqopa opnieuw als toevluchtsoord koos. Het resultaat is Brothers and Sisters of The Eternal Son, zijn derde album met kameraad Richard Swift achter de knoppen.

Jurado bevindt zich vandaag in een ietwat knorrige bui. Hij heeft geen bereik meer op zijn smartphone. Geagiteerd belt hij met de helpdesk in de hoop zijn netwerkverbinding, die nog staat ingesteld op de buitenlandse provider, te herstellen. Hij leent een pen van ondergetekende en krabbelt driftig instructies op de achterkant van een papiertje. Met diepe zucht hangt hij op: 'Beláchelijk, dit!'

Het is de ochtend na het Utrechtse festival Le Guess Who?, waar Damien Jurado zijn grootste optreden in Nederland tot dusver gaf. Duizend bezoekers in Tivoli Oudegracht hingen drie kwartier lang aan zijn lippen. Hij kwam er zelfs mee weg een flauwe grap te maken: hij vraagt het publiek hoe het met ze gaat, om er vervolgens op te wijzen dat je nooit voor je medebezoeker kunt spreken. Tekenend voor een singer-songwriter die bruist van het zelfvertrouwen, een performer die zijn ambacht tot in de puntjes beheerst.

Net zo tekenend echter is de wispelturigheid die bij Jurado telkens weer op de loer ligt. Wie bijna twee decennia zwoegend aan de weg timmert neemt immers niets voor lief. Voor Jurado is het artiestenbestaan nooit een comfort zone geweest. Eerder een constante worsteling tussen fictie en realiteit, tussen het geloven en zondigen. Zijn eerste ambitie was niet eens muziek maken, maar schilderen. 'Ik beschouw mezelf nog steeds een beter schilder dan muzikant. Tot 2010 (het jaar dat St. Bartlett uitkwam) had ik eigenlijk geen flauw benul wat ik precies aan het doen was, wat muziek maken betreft', zegt hij nors.

'Where's that cat? I LOVE that cat!'

Jurado doorbreekt de onwennigheid door te zoeken naar de mollige grijze kat Muis, vaste bewoner van Café De Pont aan de Buiksloterweg. De vorige keer dat Jurado hier was lag het dier lang uitgerekt op zijn gitaar te dutten. Na een korte reünie met zijn behaarde compagnon schuift hij weer aan tafel, zijn gedachten duidelijk nog afdwalend. Damien Jurado zal altijd een onrustige ziel blijven, die peinst en piekert over de vluchtigheid van het bestaan.

Het ijs wordt uiteindelijk gebroken met een vraag over zijn kunstexpositie op Le Guess Who?. Jurado's favoriet is een collage met de slogan: Hey Kids, Everything You Want Right Now, 10 cents!, ogenschijnlijk een sneer naar de Amerikaanse consumptiemaatschappij. 'Oh, dit is absoluut iets typisch Amerikaans!', duidt Jurado. 'Het draait (daar) allemaal om luxe. In Amerika kun je vanuit je luie stoel een flatscreen-tv, een espresso en een grote bak popcorn bestellen...whatever! Op élk tijdstip! Terwijl je hier te maken hebt met zekere beperkingen.' Bijvoorbeeld het mobiele netwerk zojuist? Damien lacht schaapachtig. 'Weet je, ik wil mij er niet aan storen, maar tóch doe ik dat! Omdat ik Amerikaan ben, omdat ik er zelf deel van uitmaak.'



Na zestien albums zwoegen verkeert Jurado's loopbaan nu plots in een stroomversnelling. Maraqopa kreeg in 2012 louter goede recensies...en daarmee groeide Jurado's achterban ook aanzienlijk. Het touren met een achtergrondband is achteraf geen succes gebleken. Het verveelde hem, omdat hij rekening moest houden met vier andere bandleden. Dit gunde Jurado weinig speling om nauw interactie te zoeken met zijn publiek - juist datgene wat zijn recente solo-optredens typerende. Naarmate Jurado's populariteit groeit, hecht hij (merkwaardig genoeg) steeds meer waarde aan die correlatie tussen de performer en de luisteraar.

Afgelopen december sloot hij een Europese tour af met een intieme show in de Roode Bioscoop, een pittoresk theatertje aan het Haarlemmerplein. De cynische grappen die hij in Utrecht zo gretig rondstrooide maakten plaats voor existentiële mijmeringen, persoonlijke anekdotes en one-liners op voorraad ("we only tell people it always rains in Seattle to keep Californians from visiting"). Een verhaal betreft het "magische akkoord" dat hij ontdekte op de voorgevel van een huis in het zuiden van Seattle, de plek waar hij zijn eerste nummers schreef. Uiteindelijk baseerde hij het hele Maraqopa-album rondom het eerste akkoord van "Nothing Is The News".
Tegen het einde van het optreden werd het duidelijk dat Jurado het bestaan als rondreizend muzikant steeds meer leert relativeren - voorheen hield hij er een diepe aversie tegen het touren op na. Dit blijkt uit een verhaal waarin hij instagram-foto's van zijn vriendin thuis vergeleek met de plekken die hij tijdens zijn tournee vastlegde. 'Hier in Europa vind je dingen die wij in Amerika slechts van boeken kennen.', verzuchtte hij. Potsierlijk haalde hij een ordinair telefoongesprek met zijn vriendin aan toen hij een levensechte El Greco bewonderde in Parijs.

Jagen op spoken
In de jaren negentig trok Jurado in bij een vriendenkring, waaronder muzikanten Jeremy Enigk (Sunny Day Real Estate) en David Bazan (Pedro The Lion), woonachtig binnen het eerder genoemde bouwval in het zuiden van Seattle (dat tevens afgebeeld staat op zijn debuutalbum Waters Ave. S.). Jurado heeft goede herinneringen aan die tijd. 'Ik was in het begin de enige bewoner die geen muziekinstrument kon bespelen. Maar het was daarom juist inspirerend. De huur was belachelijk goedkoop. Je betaalde wat? 25 dollar per maand?'

Jurado vertelt dat hij hier het schilderen noodgedwongen moest opgeven. 'Op mijn zolderkamer werd het zodanig heet dat de verf niet kon uitdrogen. Ik moest mijn creatieve energie dus elders kwijt. Toen leerde ik gitaar spelen, gewoon als uitprobeersel.' Hij begon al gauw een christelijke hardcoreband met David Bazan uit wederzijdse voorliefde voor Crass en Minor Threat. Op den duur ontstond er een creatieve vertakking tussen de twee, doch allebei binnen het singer-songwriter stramien: Bazan omarmt de worsteling met zijn geloof op autobiografische wijze met Pedro The Lion, terwijl Jurado toevlucht zoekt in het vertellen van fictieve verhalen om zijn persoonlijke denkbeelden tot uiting te brengen. Jeremy Enigk was zodanig onder de indruk van Jurado's eerste demo's dat hij gelijk aan de bel trok bij indielabel Sub Pop.

Damien verruilde zijn eerste grote voorliefde voor de muziek. Voelt hij nog steeds dat juist die switch zijn eigen interne worstelingen indirect aanwakkerde? Dat hij zijn hart en ziel er vanaf het begin misschien niet helemaal instopte? De geschillen tussen label en artiest speelden ongetwijfeld parten. Jurado meent zichzelf nauwelijks terug te kunnen vinden in de zeven albums die hij bij Sub Pop uitbracht. 'Ik weet niet wat het is, maar ik voel geen connectie meer met de oudere nummers. Ik speel ze alleen omdat ik weet dat andere mensen ze graag horen. Het is moeilijk, omdat ik niet meer dezelfde persoon ben als toen. Niet dat ik me schaam voor die persoon…'

Zijn Sub Pop-periode kenmerkt zich vooral door neurotisch gestoei met verschillende insteken. Bij het introverte Ghost of David (vernoemd naar jawel, David Bazan), bedacht Jurado terloops de songteksten, een beetje zoals Jeff Mangum van Neutral Milk Hotel dat ook doet. Een jaar later deed hij een gooi naar meer bekendheid binnen het alternatieve circuit met de olijke powerpopplaat I Break Chairs. Jurado beschouwt dat album als tevergeefse poging in te cashen op het toenmalige succes van buurtgenoten Modest Mouse en Death Cab For Cutie.

Jurado bleef desondanks uiterst productief met wat de meer traditionele singer-songwriterplaten Where Shall You Take Me, On My Way To Absence, Gathered In Song, And Now I'm Your Shadow. Stuk voor stuk vakkundig uitgewerkt, maar toch miste er 'iets'. Bij elke release week Jurado verder uit naar het stigma van de 'gevoelige songssmid' dat hij onderbewust hekelde. Je kunt slechts voor zolang vluchten naar denkbeeldige locaties en deze onderwerpen aan de ogen van romanfiguren.
Jurado: 'Je hebt bepaalde eigenschappen die je alleen voor jezelf houdt. Als ik deze eigenschappen zou ontdekken, of je beste vrienden, dan zou men je waarschijnlijk gaan mijden als de pest. Aan de ene kant slaat het nergens op. Want ik heb ook dingen waarmee ik worstel... iederéén draagt geheimen met zich mee.' In het nummer "Jericho Road" zingt Jurado de tekst we are secrets sold. 'Er komt een dag dat iemand jouw ware zelf onthult.'

Die onthulling, het oog-in-oog komen met innerlijke demonen, kwam voor Jurado bij Caught In The Trees, nog altijd zijn meest persoonlijke album. De eerste keer dat hij zijn muziek direct projecteerde op zichzelf en zijn naaste omgeving. De pijnlijke scheiding met zijn eerste vrouw, zijn relatie met God en inspiratie als muzikant belandden allemaal in het trammelant. Het liedje "Go First" zingt hij niet in het perspectief van een archetype uit zijn nogal rijke fantasiewereld, maar (deels) vanuit zijn eigen vlees en bloed.

Troost

Troost kwam vervolgens in de vorm van St. Bartlett uit 2010, het eerste Damien Jurado-album via Secretly Canadian. In producer Richard Swift (The Shins) vond Jurado een sleutelfiguur om het creatieve proces mee te delen. Twee jaar later kreeg hij eindelijk voet aan de grond bij een breder publiek met Maraqopa, een kleurrijke kruisbestuiving van alle muziek die hem door de jaren heeft beïnvloed. Orkestrale sixties pop in het verlengde van The Beach Boys en The Lovin' Spoonful ("This Time Next Year", Reel To Reel") wisselt af met de psychedelica van The Grateful Dead en Santana ten tijde van Abraxas ("Nothing Is The News").

Het is vooral zijn fascinatie voor vreemdsoortige koormuziek die tegenwoordig de stempel drukt op zijn muziek. Tijdens het gesprek noemt hij nadrukkelijk de invloed van easy listening-pionier Ray Conniff. 'Ik vind dat nog steeds de beste muziek ooit, die platen van The Ray Conniff Singers! Zij zingen in complete harmonie. Ik zat te spelen met het idee om zelf zoiets toe te passen binnen een folksetting.' Toen stuitte Jurado op The New Christy Minstrels, een Amerikaanse folkbeweging uit de sixties, geleid door zanger/gitarist Randy Sparks. The New Christy Minstrels waren toentertijd enorm populair: ze verkochten miljoenen platen en hadden ooit prominenten als Kenny Rogers, Gene Clark en Karen Black in de gelederen.

Die voorliefde voor psychedelische folk hangt nauw samen met hoe hij zijn eigen relatie met God bejegent. Op zijn blog zijn verschillende foto's van The Jesus Movement te vinden, een hippie-commune uit de jaren zestig en zeventig, opgericht door Larry Norman. The Jesus Movement bleef vooral actief aan de Amerikaanse westkust, de idealen van het christelijke geloof omarmend, maar niet zozeer de theologische canon.

Jurado: 'Dát is wat mij betreft het grote probleem van godsdienst. Ik beschouw mezelf als een devoot christen, maar ik volg geen enkele specifieke godsdienst. Omdat ik geloof dat godsdienst niet meer is dan een opsomming van conservatieve regels. Ik wil religieuze mensen hiermee niet beledigen. Maar als je katholiek opgevoed bent en denkt punten te scoren bij God door braaf het Rozenkransgebed te zingen en elke zondag naar de kerk te gaan, heb je het mis.'

Hij onderbouwt zijn betoog verder: ''Want God houdt al van je zoals je nu bént! Het heeft dus geen zin jezelf zo onder druk te zetten. Je zult nooit compleet zonder zonde leven, zelfs wanneer je tijdens het aardse bestaan Christus als redder accepteert. Persoonlijk geeft die gedachte mij een ontzettend voldaan gevoel. Godsdienst doet wat dat betreft precies het tegenovergestelde, een stel regels opstellen waar je je onmogelijk aan kunt houden.' Vervolgens relativeert hij weer: 'Het volgen van een dogmatische leer brengt ook een zekere voldoening met zich mee, dat ontken ik niet. Religie kan ook gewoon goed VOELEN.'

Het valt niet te ontkennen dat Jurado's Maraqopa-saga bijzonder veel bijbelse referenties telt. Plaatsgenoot en collega-muzikant Father John Misty verwoordde het misschien nog het beste:
'Damien Jurado made up his own Jesus because a Damien Jurado album needs a beautiful Jesus. Some freaky space Jesus that I don't recognize. The name is the same, a lot of the imagery is the same, but he's reborn. Born again, I mean. Yeah, as if Jesus got born again. That's what this album sounds like.'

Vergelijkbaar met The Jesus Movement heeft Jurado een soort surrogaat-doctrine geschept die hem helpt het bestaan waar hij zo vaak over peinst te kunnen relativeren. Dat relativeren begint vooral bij zichzelf. Zo bestelt hij tijdens het interview een spa rood in plaats van een biertje. Roken doet hij ook niet meer. Zijn vaste gitaar met foto van Richard Swift en de vele Seattle-buttons die hij op zijn jas droeg als aandenken zijn ook nergens meer te bekennen. Op de vraag of dit een gevolg is van het vele reizen tijdens zijn jeugd (die hij grotendeels spendeerde op een legerbasis in Duitsland, waar zijn vader gestationeerd was), knikt hij bedeesd.

Sinds zijn muzikale 'bromance' met Swift windt Jurado er geen doekjes meer om. Tijdens een openhartige Q&A in een schoolklas vertelt hij dat de songtekst van "Rachel & Cali" voor het grootste gedeelte compleet uit zijn duim gezogen is. Zogenaamde beroepsgeheimen ontkrachten als pure toeval maakt deel uit van zijn persoonlijke belijdenis. De bagage die hij door de jaren met zich meesleurde lost hij nu stapsgewijs. Jurado: 'Het heeft vooral te maken met het accepteren van je eigen tekortkomingen. Zodra je je daar aan toegeeft biedt dat ultieme troost.'

Het eeuwige geluk
Het woord Maraqopa schoot bij Jurado te binnen na een lucide droom. Het betreft een fictief dorpje waar een kleine pastorale gemeenschap bivakkeert. Het album draait om een (wereld)beroemde rockster, van het archetype (sic) John Lennon en Kurt Cobain, die binnen deze gemeenschap wordt omarmt - niet wetende van zijn sterrenstatus. Hier ondergaat hij een bijzondere openbaring. Het openingsnummer "Nothing Is The News" vertegenwoordigt de ontdekking van al het vluchtige waar hij voorheen waarde aan hechtte: All you have heard were ghosts of the words in the song.

Jurado: 'Terwijl ik Maraqopa schreef was ik nog steeds aan het verwerken wat het allemaal precies betekende. Die droom kwam op een perfect moment in mijn leven. Toentertijd worstelde ik met allerlei persoonlijke problemen. Ik was erg ongelukkig, maar daarnaast had ik een intens streven om een beter mens te worden. De laatste keer dat ik hier was om pers te doen...dat was een donkere periode, ja.'
Jurado's nieuwe inzichten overvielen hem op een onverwacht moment. Misschien wel een unicum: dat de cover van een album daadwerkelijk een essentieel keerpunt in het leven van de betreffende artiest vastlegt. Op Damien Jurado's elfde langspeler Brothers and Sisters of The Eternal Son is dit van toepassing. Op een uitgestrekt strand loopt Jurado richting een gigantische geodetische koepel aan de oppervlakte van de zee.

Jurado: 'De geodetische koepel komt meerdere malen terug op het album. De bedenker, Richard Buckminster Fuller, was daarnaast ook filosoof. Zijn hele leer draaide om ruimte, als in ruimte om in te leven. Dit speelt ook een belangrijke rol in het verhaal: Maraqopa bestaat uit verschillende zilveren koepels.' Ondanks dat de geodetische koepel een moderne uitvinding is, ademt deze foto een bijbelse esthetiek. Een gewaarwording van epische proporties, zo eentje die je in bijna elke Hollywood-blockbuster tegenkomt.

'In oktober 2011 stond ik precies op de plek waar de foto genomen was', vertelt Jurado. 'De hoes is natuurlijk bewerkt, maar die foto van mij op het strand met mijn rug naar de camera, die is echt. Precies op dát moment onderging ik een wezenlijke verandering. Ik werd overvallen door pure euforie. Gelukkig was mijn vriendin aanwezig om de foto te maken. Het gebeurde spontaan, alsof de stem van God direct tot mij sprak en zei: "Geef je over en ga terug." En zo geschiedde. Sindsdien ben ik niet meer dezelfde persoon. Wonderbaarlijk, eigenlijk!'

Jurado vertelt dat hij destijds al een volledig album had klaarliggen, dat hij in zijn geheel heeft geschrapt. Hij hakte die knoop door tijdens een gesprek met een vriend, vlak nadat zijn terugkeer van een Europese tournee in november 2012. 'Ik zou een week later met Richard gaan opnemen toen een vriend met de suggestie kwam weer een psychedelische plaat te maken. Hij vroeg zich af of ik reikhalzend uitkeek het materiaal dat ik had geschreven uit te brengen. 'Eigenlijk niet!', antwoordde ik eerlijk. Toen zei hij: 'Je moet écht terugkeren naar Maraqopa.' Voordat ik het wist zat ik op mijn kamer te schrijven. Het eerste liedje dat ontstond was "Return to Maraqopa".'

Tijdens het vorige interview met File Under meende Jurado nooit meer terug te keren naar Maraqopa. 'Wat is het nut? Ik ben er al geweest. Als je naar Egypte bent geweest voor een hele maand, ben je minder enthousiast wanneer iemand je twee maanden later vraagt om weer te gaan.' zei hij destijds. Toch is het verhaal niet af. Het hoofdpersonage beleeft een openbaring, maar wordt bij het laatste nummer "Mountains Still Asleep" geschept door een auto. Met fatale gevolgen. Wat overblijft is volgens Jurado een zwaarmoedige "levensles", zonder enige hoop.

Brothers and Sisters of The Eternal Son pikt de draad direct op waar Maraqopa gebleven was: het noodlottige einde van Timothy (inderdaad, het hoofdpersonage heeft een naam gekregen). Jurado: '"Mountains Still Asleep" hangt in nauw verband samen met "Silver Timothy" en "Jericho Road". Alledrie de nummers draaien om het auto-ongeluk, vertelt vanuit verschillende perspectieven; van eerste naar derde persoon." Op "Silver Timothy" zingt hij I was met on the road/by a face I once knew. Het titelfiguur komt zichzelf vlak voordat het ongeluk plaatsvindt opnieuw tegen.

'Hij wandelt terug naar Maraqopa, niet wetende dat hij zojuist gestorven is', legt Jurado uit,'Zijn terugkeer wordt beschreven in "Jericho Road", een plek die een soort belichaming is van angst en wanhoop.' Een persoonlijke manifestatie van de hel? Damien geeft niet direct antwoord: 'Tegelijkertijd ook vrij zijn van die angst en wanhoop. Een zin luidt: Tell the wolves the stop sign/I've already gone home. Daarmee bedoel ik dat hij na zijn dood niets meer te vrezen heeft. De wolven zullen je intimideren en achtervolgen, maar als je dood bent heb je toch niets meer te verliezen. Het heeft dus geen zin.'

Wie zijn nu precies die 'Brothers and Sisters of The Eternal Son'? Een soort apostelen die Timothy verrijken met liefde, vrijheid en inzicht? 'Het zijn simpel gezegd figuren die hij tijdens het verhaal tegenkomt. Hij wordt verliefd op Katherine. Malcolm en Donna zijn twee bewoners van Maraqopa. Het zijn overigens niet hun echte namen, maar namen die Timothy zelf aandient. Omdat hij zich in een soort euforische staat bevindt, voegt hij het woord Silver erbij'

Jurado schetst de idyllische wereld van Maraqopa en de verhaallijn van Timothy natuurgetrouwer uit. Hij waant zich door een soort sprookjesachtige utopie, deels The X-Files, deels Jesus Christ Superstar, deels Charles Dickens' A Christmas Carol. Jurado: 'Tijdens "Metallic Cloud" kijkt hij terug op zijn leven, die voor zijn ogen afspeelt als een film.' Wie de tekst leest, ziet inderdaad meer raakvlakken met een filmscript dan een songtekst.

Jurado: 'Zodra hij terugkeert in Maraqopa beseft hij dat de inwoners zijn dromen kunnen projecteren op de muren. Hij komt erachter dat hij als een soort baken fungeert, een vleesgeworden radiotoren tussen hemel en aarde. "Silver Katherine" gaat bijvoorbeeld over het wachten op de wederopstanding van Christus. Het hoofdpersonage ligt samen met Katherine op een bed middenin de woestijn kijkend naar UFO's. De inwoners denken dat Jezus terug naar de aarde komt in een UFO. Timothy staat dus bij zijn wachtpost vergezelt door zijn geliefde. Een nummer op Maraqopa, getiteld "This Time Next Year", gaat precies over datzelfde moment. Dit album is dus een vervolg op Maraqopa, maar speelt zich af tijdens dezelfde periode.'

Vanaf het punt dat Timothy Maraqopa bereikt gaat de muziek steeds meer de psychedelische kant op, culminerend in de stuwende jam "Silver Donna". Uiteindelijk blijft het verhaal hangen in het suggestieve bij afsluiter, het speelse "Sun In Our Mind". Het personage ontwaakt uit de droom, terugkerend naar het alledaagse bestaan. Twee jaar geleden stelde Jurado dat als St. Bartlett de conceptie vertegenwoordigt, Maraqopa de geboorte is.

Wat maakt dat Brothers and Sisters of the Eternal Son dan precies? Jurado: 'Het eeuwige geluk!''

Damien Jurado's elfde album Brothers and Sisters of The Eternal Son komt 21 januari uit bij Secret Canadian/Konkurrent. Op 18 februari geeft Jurado een intiem optreden in De Duif. Onlangs kondigde hij heen bonus-album aan getiteld Sisters, waar hij enkele nummers live vertolkt met een vrouwenkoor.


dinsdag 7 januari 2014

Hits From Oblong! - 8 January 2014

From here on out, I will publish my very own Hits From Oblong! (terrible name, I know) every Wednesday with some brand new music (plus the sporadic, ostentatiously devised pop culture reference). Behold!

Phantogram - Fall in Love





With "Fall In Love", one of the tracks off their upcoming February sophomore release "Voices", Phantogram once again thrust a myriad of discordant elements into a single blockbuster of a track without sacrificing its lilting appeal. Such an incredibly addicting band who has yet to disappoint.

Courtney Barnett - Avant Gardner


Aussie songstress Courtney Barnett is simply one of a kind with her off-kilter, yet euphonious pop narrative. She instantly endears herself to the listener with deadpanned train-of-thought vocal jumblings, clever, witty observations (I don't need a nine-to-five-/telling me that I'm alive). Not often does the song reflect the writer's personality to a tee, in all its candid glory.

EMA - Satellites



Following her fantastic 2011 LP Past Life Martyred Saints, the ever-devious Erika M. Anderson (Gowns) unveils a bleak industrial track, "Satellites", which fittingly captures the ubiquity of today's digital age-paranoia. The song ends with a repeating vocal loop uttering the words "ain't coming out that well."

THE DUNK


Sleaford Mods - Austerity Dogs
Quite possibly the most compelling, fresh-sounding group I've stumbled upon in months. The sheer resentment emanating within Sleaford Mods's verbal onslaught is equally startling and comical. Though it may be better for your health leaving the 'comical' bit out while addressing these two Notthingham blokes, Jason Williamson (words) and Andrew Fearn (beats, bass), directly. You might end up upside down in a dumpster somewhere…or worse.

Let's just say - hypothetically speaking - if The Sex Pistols were to emerge in the 21st Century - with all of today's tools and technology - they could well end up making this kind of blue collar, profanity-laden punk-prose. Then again, Sleaford Mods's indignation isn't provoked by some kind of social political canon, they simply antagonize anything and anyone by default…even themselves. Williamson said in an interview with FACTmag.com:"I started shouting over this death metal loop my mate made as a piss take, and I haven’t looked back." Curious to see what's in store for their upcoming LP, to be released some time this year. Something tells me they have plenty of grudges left.







THE CLUNK 




James Vincent McMorrow - Post-Tropical
In a way, I kind of empathize with James Vincent McMorrow's artistic soul search. When it comes to timing his releases, he's like Kurt Russell's title character Jack Burton in Big Trouble In Little China, heedlessly jumping into the fray just as the fisticuffs subsides. His modest debut LP Early In The Morning was released at a time when people bellyached over that whole clean-cut Mumfordian folk-fad. When I interviewed him in 2011, he conceded that his musical taste didn't really coincide with what many consider to be his peers. As it turned out, he was more into the likes of Justin Timberlake and Pharrell Williams.


His brand new LP Post-Tropical ambitiously attempts to draw on the trendy - yet increasingly wearisome - indie-R&B sound. Aesthetically though, it comes across as this kitsch Disney-score instead. Whoops. While Post-Tropical indeed has its gleeful moments - the vibrant, exotic "All Points" being one of them - McMorrows compulsory, repetitive falsetto-eruptions frequently reach level "cringe-worthy". Nonetheless, McMorrow still attains his credibility by taking a significant creative leap of faith instead of employing that same bland, domestic singer-songwriter shtick. Admirable, even though - in this particular case - the result kind of forfeits its apparent intangibles. Who knows, down the road we'll remember Post-Tropical as McMorrow's Transformer Man: even though it might not be as deliberately bad, in a way it's just as endearing.







DOUBLE DUTCH

Rooie Waas - Doe Niet Zo Moeilijk

Leftfield absurdists Rooie Waas are something else aren't they? I mean, really! It's next to impossible to pigeonhole these crazies: twisted, deranged vocal delivery benumbed in straight jacketed delirium, the thronging soundscapes and voodoo metronome prolonging the tenuous threshold between sanity and complete and utter pandemonium.

The Sweet Release Of Death - Ghosts In Fur Coats

About six months ago, I saw these cats play an impressive opening slot for Those Foreign Kids at DOKA in Amsterdam -  turns out they are actually based in Rotterdam. Ever since I've been living there, it never ceases to amaze me how many talented bands are operating right from under my nose. The Sweet Release of Death relish in the fatalistic, devil-may-care noise rock variety, shrewdly lashing out their talons with erratic, cutting-edge fury.